-
1 verlagingstransformator
• step-down transformerNederlands-Engels Technisch Woordenboek > verlagingstransformator
-
2 stap
3 [tred] step, tread♦voorbeelden:stap voor stap • step by step〈 figuurlijk〉 stap(je) voor stap(je) • inch by inch, little by littleergens geen stap voor verzetten • not lift a finger for somethingergens geen stap mee vooruitkomen • not get anywhere with somethingfinancieel een stapje terug moeten doen • have to scale down financiallyhet is een hele stap • it's quite a stepeen weloverwogen stap • a well-considered movestappen ondernemen tegen • take steps againstde eerste stap doen • take the first step, make the first move¶ op stap gaan • set out/offhij is op stap • he's out on the town -
3 afstappen
1 [naar beneden stappen] step down ⇒ come down/off, dismount, 〈 met betrekking tot fiets〉 get off (one's bike)2 [vaak + op] [stappen naar/van] step up/down to♦voorbeelden: -
4 trapsgewijs
♦voorbeelden:trapsgewijs verminderen • step down, de-escalate -
5 afstappen
v. step down, come down; alight, dismount; approach, come near to -
6 neertransformeren
v. step down -
7 omlaagtransformeren
• to step downNederlands-Engels Technisch Woordenboek > omlaagtransformeren
-
8 afstaan
2 [tijdelijk geven] give up♦voorbeelden:1 [verwijderd staan/zijn van] stand away/back from♦voorbeelden: -
9 de kansel verlaten
de kansel verlatenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de kansel verlaten
-
10 een stap(je) terug doen
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een stap(je) terug doen
-
11 het veld ruimen (voor)
het veld ruimen (voor)abandon the field (to); 〈 voor iemand anders ook〉 step down/asideVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het veld ruimen (voor)
-
12 kansel
-
13 trapsgewijs verminderen
trapsgewijs verminderenstep down, de-escalateVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > trapsgewijs verminderen
-
14 veld
1 field 〈 ook figuurlijk〉 ⇒ 〈 open land〉 open country/fields, 〈 sport ook〉 pitch, 〈 schaakbord〉 square♦voorbeelden:het leger te velde • the army in the fieldtegen iets te velde trekken • be up in arms against somethingeen speler uit het veld sturen • send a player off (the field) -
15 zijn plaats afstaan
zijn plaats afstaanVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zijn plaats afstaan
-
16 kant
1 [weefsel] lace4 [grensvlak van een lichaam] side ⇒ face, surface, 〈 figuurlijk〉 aspect, 〈 figuurlijk〉 facet, 〈 figuurlijk〉 angle, 〈 figuurlijk〉 view6 [plaats waar twee vlakken samenkomen] edge7 [richting] way, direction8 [plaatsbepaling met betrekking tot een scheidslijn; helft van het lichaam] side9 [deel/uiteinde van een gebied/lichaam] side, end10 [partij, kamp] side, part(y)♦voorbeelden:gekloste kant • bobbin laceopengewerkte kant • openwork laceaan de kant ! • step aside!aan de kant gaan rijden • pull inaan de kant gaan staan • stand/step asidezijn auto aan de kant zetten • pull up/over〈 figuurlijk〉 iemand aan de kant zetten • push someone out; 〈 informeel〉 give someone the push/shoveaan de kant van de weg • at the side of the road, by the roadsidelangs de kant blijven staan • stay on the sideline(s)het schip ligt aan/voor de kant • the ship is moored/berthednaar de kant komen • swim ashoreop de kant klimmen • climb ashoreiemand van de kant afduwen • push someone inzich van zijn goede kant laten zien • show one's good sidede goede kant van een zaak • the positive side of somethingiemands sterke/zwakke kanten • someone's strong/weak pointsde vlakke kant van een plank • the face of a plank〈 figuurlijk〉 aan de ene kant wel, aan de andere kant niet • on the one hand yes, on the other (hand), no; yes and nodeze kant boven • this side upiets op zijn kant zetten • put something on its sidehet gaat met hem de verkeerde kant op • he's going to the bad; 〈 bij ziekte〉 he's taken a turn for the worsedeze kant op, alstublieft • this way, pleasedat is de kant van Haarlem op • that's out towards Haarlem, that's out Haarlem wayvan alle kanten • left and right, on all sidesgeen kant meer op kunnen • have nowhere (left) to goik sta aan jouw kant • I'm on your sideiemand aan zijn kant krijgen • win someone over to one's sidevan die kant hebben we niets te vrezen • we have nothing to fear from that quarterde liefde kan niet van één kant komen • love must be a two-sided affairdat hoor je van alle kanten • that's what you hear on all sideswantrouwen van de kant van de bevolking • distrust on the part of the public11 familie van vaders/moeders kant • relatives on one's father's/mother's sidehij is aan de kleine kant • he is on the short sidevan de verkeerde kant zijn • be of the other persuasionwij van onze kant • (we) for our partiets aan kant maken • tidy something upiets niet over zijn kant laten gaan • not take something (lying down)zich/iemand van kant maken • do oneself/someone in, do away with oneself/someone〈 informeel〉 dat klopt van geen kanten • that's all/completely wrong -
17 trap
2 [schop] kick3 [het trappen op de fiets] pedalling4 [graad, mate] level5 [stadium] stage6 [trede] step7 [taalkunde] degree8 [deel van een raket] stage♦voorbeelden:de trap afgaan • go down(stairs)de trap afhollen • charge down the stairsiemand de trap afschoppen • kick someone downstairstrappen lopen • go up and down stairsde trap opgaan • go upstairsboven/onder/beneden aan de trap • at the head/at the foot/bottom of the stairsvan de trap vallen • fall down the stairsovertreffende trap • superlativestellende trap • positivevergrotende trap • comparative -
18 afklimmen
v. climb down, go down, come down, step gradually down -
19 stappen
1 [lopen] step, walk2 [enige stappen doen] step (up/down)4 [uitgaan] go out/for a drink♦voorbeelden:wij zullen er maar overheen stappen • we'll let it passuit de auto stappen • get out of the car -
20 afgaan
5 [in werking gebracht worden] go off6 [gedaan worden] 〈zie voorbeelden 6〉7 [een gek figuur slaan] lose face, flop, fail♦voorbeelden:afgaande op wat hij zegt • judging by what he saysop zijn gevoel afgaan • play it by ear3 van het toneel afgaan • go off, leave the stagevan school afgaan • leave schoolik ga volgend jaar van hockey af • I'm giving up hockey next year4 daar gaat 10 % van af • 10 % is taken off thathet vuil wil er niet afgaan • the dirt won't come off6 dat gaat hem gemakkelijk af • it comes easy/easily to himII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [geheel/allemaal langsgaan] go along the line♦voorbeelden:
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Step-down — a. (Elec.) Transforming or converting a current of high potential or voltage into one of low voltage; as, a step down transformer. [Webster 1913 Suppl.] … The Collaborative International Dictionary of English
step-down — /step down /, adj. Elect. serving to reduce or decrease voltage: a step down transformer. [1890 95; adj. use of v. phrase step down] * * * … Universalium
step-down — step′ down adj. 1) elm serving to decrease voltage: a step down transformer[/ex] 2) a decrease or reduction in rate or quantity • Etymology: 1890–95 … From formal English to slang
step-down — [step′doun΄] adj. that steps down, or decreases; specif., a) designating a transformer in which the output voltage is less than the input voltage b) designating a gear that reduces the speed n. a decrease, as in amount, intensity, etc … English World dictionary
step down — ► step down (or aside) withdraw or resign from a position or office. Main Entry: ↑step … English terms dictionary
step down — index alight, diminish, quit (discontinue), resign Burton s Legal Thesaurus. William C. Burton. 2006 … Law dictionary
step down — [v] resign abandon, abdicate, bow out, cease work, drop out, give notice, hand in resignation, hang it up*, leave, quit, retire, sign off, terminate, throw in the towel*, walk out; concepts 119,195,351 … New thesaurus
step down — v. (D; intr.) to step down from (to step down from the presidency) * * * [ step daʊn] (D; intr.) to step down from (to step down from the presidency) (D; intr.) to step down from (to step down from the presidency) … Combinatory dictionary
step down — phrasal verb [intransitive] Word forms step down : present tense I/you/we/they step down he/she/it steps down present participle stepping down past tense stepped down past participle stepped down same as step aside The chairman was forced to step … English dictionary
step down — UK US step aside/down Phrasal Verb with step({{}}/step/ verb [I] ► [I] to leave an important job or position, especially to allow someone else to take your place: step aside/down as sth »He has decided to step down as chairman. step aside for/in… … Financial and business terms
step down — or step aside PHRASAL VERB If someone steps down or steps aside, they resign from an important job or position, often in order to let someone else take their place. [V P as n] Judge Ito said that if his wife was called as a witness, he would step … English dictionary